Het was rond 2013 dat ik voor het eerst in contact kwam met Barry Atsma. Mijn toenmalig leidinggevende vroeg of ik Barry wilde bellen want hij moest een auditie doen op camera en omdat onze studio vlakbij zijn huis was leek dat een efficiënte stap.
Ik kende Barry eigenlijk nauwelijks. Wel had ik ‘Komt een vrouw bij de dokter’ gezien en was ik minstens zo geïmponeerd door ‘Taped’. Zowel van de regie als van het spel van Barry en Susan Visser. Een thriller met- in mijn ogen- internationale allure. Vlak voor de bewuste auditie zag ik een teaser voor het programma van Peter vd/ Vorst. In dit stukje van het interview met Barry barstte deze plotseling in tranen uit. Ik dacht, wat heeft deze man meegemaakt? En ik besloot de aflevering te bekijken om in elk geval voorbereid te zijn op onze ontmoeting. Wat bleek, hij liet zien hoe professioneel acteren gaat. Kun je even huilen, vroeg Peter…en voilá. De geoefende kijker die ik mezelf acht was overtuigd van het menselijk drama dat schuil ging achter dit ‘nep verdriet’. Ik was onder de indruk…
Die indruk is nooit meer weggegaan. Want wat er in dat TV programma gebeurde, maakte ik bij alle audities die we samen opnamen mee. Voordat ‘action’ had geklonken was het ‘praatje pot’, lachen, gewone dingen. Erna was Barry een ander mens. Een schurk, professor, empatisch arts, sullige tv producent of homofiel psychopaat. Alles past hem omdat hij weet wat ie doet. Waar het over gaat, wie er kijkt en wat het verhaal, de setting en het onderliggende drama is. Wat een feest om zo met hem te werken. Je kunt het nauwelijks werken noemen.
Alles past hem omdat hij weet wat ie doet. Waar het over gaat, wie er kijkt en wat het verhaal, de setting en het onderliggende drama is. Wat een feest om zo met hem te werken. Je kunt het nauwelijks werken noemen.
Elke keer leerde ik van hem. Over kijkrichting, pauzes, blikken, stiltes. Een keer heb ik zelfs een acteerworkshop gevolgd omdat ik dacht, wat hij doet ziet er zo natuurlijk uit, dat moet ik ook kunnen. Yeah right. Alleen al een script van 1 A4 tje leren bleek een beproeving. En hij kwam telkens met 5 of 6 kantjes aan en legde de tekst op mijn schoot of boorde die in mijn voorhoofd, hart of onderbuik. Wat een vakman.